The Fall vertelt het opmerkelijke verhaal van een Zuid-Afrikaanse blootsvoetsloper, een Amerikaans atletiekwonder, en de gebeurtenissen achter een van de meest memorabele momenten in de sportgeschiedenis: de Olympische Spelen van 1984 in LA. De film brengt twee reizen in kaart, van het landelijke Zuid-Afrika onder de apartheid en de glooiende heuvels van Zuid-Californië, tot aan de startlijn van de 3.000 meter voor vrouwen. Het onthult een verhaal van verraad en uitbuiting, van de vage grenzen tussen politiek, media en sport, en van de toewijding en opoffering die nodig zijn om op het hoogste niveau te concurreren. Het is een verhaal dat regeringen en verdeelde naties verdeelde, maar in de kern is het een verhaal van twee jonge vrouwen die, ondanks de onrust in hun leven, gewoon wilden vluchten.