Somberheid beslaat het paleis van graaf Selim Nalagaski, gouverneur-generaal van Morovenia, Turkije. Alle pogingen om de oudste dochter van de graaf, prinses Kalora, dik te maken, synoniem voor schoonheid in dat land, zijn mislukt. Popova, de mentor van de prinses, bedenkt een vreselijke wraak omdat de graaf hem een christelijke hond noemde. Hij voert de prinses augurken om haar mager te houden.